Dadaïsme was een kunstbeweging die ontstond in de jaren 1910 als reactie op de oorlog en de politieke en sociale instabiliteit van die tijd. Dadaïsten wilden de bestaande kunst- en cultuurinstellingen aanvallen en een nieuwe, anticonformistische kunst creëren. Dadaïsme was een reactie tegen de traditie en de logica van de tijd.
De kenmerkende elementen van dadaïsme zijn onder andere absurditeit, humor, provocatie en het gebruik van gevonden objecten. Dadaïsten experimenteerden vaak met nieuwe kunsttechnieken, zoals collage en assemblage, en gebruikten vaak gevonden objecten in hun werk. Dadaïsme was ook bekend om zijn politieke en sociale kritiek en de aanval op de bestaande kunst- en cultuurinstellingen.
Populaire dadaïstische kunstenaars zijn onder andere Marcel Duchamp, Hannah Höch, Georges Grosz, en Francis Picabia. Deze kunstenaars speelden een belangrijke rol in de ontwikkeling van de dadaïstische kunstbeweging en creëerden vele iconische werken. Bekende dadaïstische werken zijn onder andere “Fountain” van Duchamp en “Cut with the Kitchen Knife Dada Through the Last Weimar Beer-Belly Cultural Epoch of Germany” van Hannah Höch.
Dadaïsme begon rond 1916 in Zürich, Zwitserland, maar verspreidde zich snel naar andere steden in Europa en de Verenigde Staten. Hoewel de beweging zelf slechts kort bestond, heeft het een blijvende impact gehad op de moderne kunst en cultuur, en het heeft invloed gehad op later ontstane kunststromingen zoals Surrealisme. Dadaïsme was een van de eerste kunstbewegingen die zich richtte op het aanvallen van de bestaande kunst- en cultuurinstellingen en het creëren van een nieuwe, anticonformistische kunst.